Wat je zegt ben je zelf
Vanuit welke kleur communiceer jij?
Wat is het toch dat je met de een veel makkelijker communiceert dan met de ander. Waarom reageert de ander zoals hij of zij reageert en hoe komt het dat dat jou zo triggert? Om daar antwoord op te krijgen greep dagvoorzitter en trainer Onbewuste Beeldvorming, Anke van Luyt terug naar het gedachtegoed van Carl Jung en de theorieën die daarop voortborduren. Het komt er op neer dat ieder mens psychologische voorkeuren heeft wat zich uit in gedrag en wijze van communiceren. Van introvert tot extravert en van meer taakgericht tot meer mensgericht. Elk communicatiepatroon wordt aangegeven met een specifieke kleur: rood, geel, blauw of groen. “De ene kleur is niet beter dan de andere, maar vraagt simpelweg om een andere gebruiksaanwijzing. Als je dat door hebt, wordt communiceren een eitje”, meent Anke. Daar wilden we meer van weten!
Tekst: Ellen Smink
Wat spreekt jou in deze theorie het meeste aan?
“De indeling in kleuren communiceert heel makkelijk. Je hebt daardoor een helder kader waarin mensen dezelfde taal leren spreken. Als ik mensen definieer met ‘je gedraagt je als een MMT 219 type’, dan zegt dat mensen niets. De gebruikte kleuren corresponderen met de psychologische eigenschappen van de betreffende kleur: we spreken van vurig en wilskrachtig rood, stralend en enthousiasmerend geel, zacht en zorgzaam groen en helder en analytisch blauw, dit is makkelijk te onthouden! Het is zeker niet de bedoeling om mensen in hokjes te stoppen. Bovendien, iemands gedrag is ook nooit alleen maar rood, geel, blauw of groen. We hebben van alle kleuren wel wat in ons eigen systeem, er zijn echter wel altijd een- of soms twee gedrags- en communicatievoorkeurskleuren. Carl Jung, psychiater en psycholoog, is de grondlegger van deze theorie, die navolging krijgt in methodes als DISC, Insights, MBTI en vele andere.”
“Wat ik ook belangrijk vind is dat alle kleuren even veel waarde hebben in een team, de een is niet beter of waardevoller dan de ander. Dat geldt voor de mensgerichte of taakgerichte en ook voor extraverte of introverte personen. En daar zat voor mij de trigger om aan deze materie opnieuw aandacht te schenken. Een derde van de mensheid is meer introvert, de overgrote meerderheid is ambivert en slechts een klein deel echt extravert. Vroeger was het een deugd om ingetogen en nadenkend (introvert) te zijn, maar de huidige maatschappij richt zich nagenoeg volledig op de extraverten. In tegenstelling tot succesvolle landen als Japan en Scandinavië waar introverten juist de boventoon voeren, word je hier zowel op school als in het bedrijfsleven klaargestoomd om juist extravert te zijn. Hierdoor doen introverten vaak alsof ze extravert zijn, omdat ze dan beter in de groep liggen. DJ Avicii is een schrijnend voorbeeld van een introverte creatieveling die het aantal prikkels van de leefstijl van een DJ niet langer kon bolwerken. We hadden nooit kunnen genieten van de avonturen van Harry Potter als J.K. Rowling zich niet in volledige afzondering over haar schrijfsels had kunnen buigen. Larry Page van Google tegenover Bill Gates van Microsoft… Introvert of extravert, het IQ blijft hetzelfde.”
Waarom wordt communiceren met behulp van deze vier kleuren makkelijker?
“Het is een tool om in te zien waarom communiceren soms makkelijk (met dezelfde kleur) en soms moeilijker gaat (met een tegengestelde kleur). Als je de drijfveren van de ander (h)erkent, en je inziet waarom de ander op een bepaalde manier reageert, zijn we al halverwege. Inmiddels werken al veel bedrijven en ziekenhuizen met deze kleurentheorie. Dit blijkt absoluut een eyeopener te zijn waardoor mensen meer begrip krijgen voor elkaar, makkelijker op elkaars voorkeuren kunnen inspelen, vergevingsgezinder worden en prettiger met elkaar gaan communiceren. In vergaderingen hoor je nu opmerkingen als: ‘Nu ben je wel weer heel blauw bezig’. Of: ‘Heb je je rode drammerige pet weer op vandaag?’. Je hebt binnen een bedrijf of op een afdeling alle kleuren nodig. Als er alleen maar gelen zitten, komen er honderdduizend nieuwe ideeën, maar niemand maakt het af. Het mooie is dat geel blauw nodig heeft om daar structuur in aan te brengen. Heb je alleen rode kleurtypes dan willen die overal een plasje over doen. Ze hebben groene persoonlijkheden nodig om het menselijke aspect daarin niet te verliezen. We kunnen dus niet zonder elkaar. De afdelingen die het beste lopen, zijn die afdelingen waarin alle types vertegenwoordigd zijn. Dat zie je trouwens ook terug in televisieseries als Gooise vrouwen en Sex in the City en ook in tekenfilms als Winnie the Pooh. Je ziet een rood, een blauw, een geel en een groen type. Dat maakt dat iedere kijker, hoe jong ook, zich met een persoon kan identificeren.”
Wat kunnen we er in ons werk als medisch secretaresse of secretaresse in de zorg mee?
“Als een patiënt of arts zich op een bepaalde manier gedraagt, doet hij dat niet expres om jou te jennen, maar vertoont hij onbewust gedrag vanuit zijn eerste natuurlijke voorkeurskleur, zeker onder stress. Het werkt uitermate effectief als je zicht hebt op de ‘gebruiksaanwijzing’ van de kleuren. Je kunt dan voor het getoonde gedrag makkelijker coulance opbrengen en meeveren. Stel dat er een patiënt met een rode gedragsvoorkeur aan je balie komt. Als hij zijn zin niet krijgt leunt hij over de balie om je te vertellen wat hij ervan vindt. Als je weet dat dit bij rood hoort kan je twee dingen doen. Je kunt erop ageren en boos worden omdat hij in je zone komt. Als je weet dat dit zijn onbewuste manier van doen is en dat hij dat niet doet om jou te choqueren maar dat hij anders bang is dat je hem niet hoort of ziet, kun je ook denken: okay het is jouw feestje; jij leunt maar, ik weet (zie) nu dat jij de controle even mist. Laat ik eens kijken hoe dat ik jou het gevoel van controle terug kan geven, omdat ik weet dat dit de grootste stressveroorzaker is bij iemand met een rode gedragsvoorkeur.”
Geef nog eens een voorbeeld uit de praktijk van alle dag
“Stel het spreekuur loopt uit. Rood staat met regelmaat op, loopt te ijsberen omdat het allemaal niet opschiet. Rood is ook van de trommelende vingers. Geel begint een gesprek met iemand die hij nog nooit heeft gezien en vertelt vervolgens zijn hele levensverhaal tegen de ander die zich daardoor zo vertrouwd voelt dat hij precies gaat vertellen wat hij mankeert. Groen wacht tot dat hij een ons weegt. Als je vergeten bent hem te roepen, zit hij er ‘s avonds om zes uur nog zonder dat hij zich tussendoor gemeld heeft. Als groen toevallig Jansen heet en er zit nog een Jansen, dan zal de Jansen die groen is niet als eerste opstaan. Roep daarom een patiënt bij voor- en achternaam! Blauw wacht ook keurig, maar informeert wel regelmatig hoe lang het nog duurt, wat hij overigens op een uiterst correcte manier doet. Blauw herken je ook als de persoon die keurig achter de zorgvuldig getrokken privacy-lijn wacht als je nog met een andere patiënt in gesprek bent. Tijdens workshops vraag ik wel eens: wie is er getrouwd met zijn tegenovergestelde kleur; rood met groen, of geel met blauw. Dan gaan er altijd heel wat handen omhoog. De kleur waar je eens op viel, kan je op een slechte dag behoorlijk irriteren. Dan vind je rood een drammer, geel iemand die maar blijft praten en honderdduizend smileys stuurt, groen iemand die zijn mond niet opentrekt en niet voor zichzelf opkomt en blauw een pietlut die je liever een sudokupuzzel cadeau doet dan dat je er mee gaat uit eten.”
Zijn de verschillende kleuren ook in uiterlijk te herkennen?
‘Toen ik me in deze stof ging verdiepen heb ik het in eerste instantie vertaald naar kleedgedrag, zodat je letterlijk kunt herkennen wie er voor je staat. Rood heeft behoefte aan status. Bij hem is er altijd een symbool wat waarde vertegenwoordigd: een duur horloge, een prachtige jas, of een exclusieve telefoon, bijvoorbeeld. Als ik naar geel kijk, zie ik een uiterlijk met een knipoog. Er zit altijd iets creatiefs in: onverwachte prints, materialen die niet iedereen zou dragen, of hele aparte, opvallende schoenen. Bij groen zien we veel natuurlijke tinten, groen kiest voor fijne materialen met een comfortabele pasvorm. Blauw, tot slot, is uiterst correct in zijn kledingkeuze. Als er voor een bepaalde functie een pak wordt gevraagd zal hij daar elke dag ook keurig in verschijnen. Het pak is neutraal en roept niets bijzonders op, waardoor er meer aandacht is voor de inhoud.”
Workshop: Wat je zegt ben je zelf
Tijdens het Afdelings- en Medisch Secretaressecongres leert Anke van Luyt je in de workshop ‘Wat je zegt ben je zelf’ aan de hand van herkenbare en, zoals we van haar gewend zijn, humorvolle voorbeelden hoe je blauwe, gele, rode en groene gedragstypes kan herkennen en welk typisch voorkeursgedrag deze kleuren onbewust laten zien. Ook krijg je zicht op stressfactoren per kleur en leer je hoe je daar adequaat mee kunt omgaan. Daarnaast neemt Anke van alle deelnemers een test af en laat ze je zelf ontdekken dat als je onbewust gedrag vertoont je dat automatisch in je eigen kleur doet. De opbrengst van de workshop is meteen toepasbaar, je krijgt zicht op de verschillende communicatiestijlen waardoor je meer begrip krijgt voor- en beter in verbinding staat met die andere kleur.