22-03-2017 – Medisch tolk Nader Karout: “Je eigen familie of een kennis meenemen ligt, zeker bij medische zaken, soms heel gevoelig.”
De kans is groot dat ook jij er mee te maken hebt of krijgt. Miscommunicatie met patiënten omdat je elkaars taal niet spreekt. Door de toestroom van vluchtelingen neemt de taalbarrière tussen zorgverleners en cliënten de laatste jaren steeds meer toe. “Neem een familielid of kennis mee die wel de taal spreekt”, wordt al snel gezegd. Toch is dat niet altijd de oplossing, weet medisch/sociaal tolk Nader Karout.
Door Ellen Smink
Nader Karout (31) werd geboren in de Libanese hoofdstad Beiroet. Voordat hij drie jaar geleden naar Nederland kwam, werkte hij onder andere in Ghana en Ivoorkust. Nader heeft jarenlange ervaring in het communiceren met mensen uit verschillende werelddelen, elk met een eigen achtergrond en taal. De laatste jaren werkt hij als sociaal/medisch inhouse tolk bij Concorde Vertalingen en is hij actief in de medische sector en o.a. voor het Centrale Orgaan Asielzoekers (COA).
Je werkt behalve voor de medische sector ook voor het Centraal Orgaan Asielzoekers. Hoe ben je zelf in Nederland terecht gekomen?
“Ik ben zelf geen vluchteling. Ik heb tien jaar als expat in Ghana en Ivoorkust gewoond. Vanwege mijn vrouw die Nederlandse is, heb ik uiteindelijk voor Nederland gekozen en ook snel de taal geleerd. Dat laatst was mede mogelijk omdat we thuis alleen maar Nederlands spreken.”
Met de toename van het aantal vluchtelingen zijn er meer taalbarrières tussen zorgverleners en patiënten ontstaan. Het probleem lijkt opgelost als eenieder die de taal niet machtig is, een familielid of kennis meeneemt die de taal wel spreekt.
“Zo eenvoudig ligt het niet. Je eigen familie of een kennis meenemen ligt, zeker bij medische zaken, soms heel gevoelig. Bovendien is de kans groot dat medische termen verkeerd worden begrepen door degene die voor de patiënt vertaalt. Los van het kunnen vertalen van medische termen en het hebben van medische basiskennis, is het ook belangrijk dat de tolk de achtergrond en cultuur kent van de patiënt. Zo kun je echt uitleggen wat de patiënt bedoelt.”
Voor welke mensen treed jij als tolk op?
“Ik ben tolk Syrisch-Arabisch en tolk voor mensen die uit de regio Libanon, Syrië, Jordanië, Egypte, Palestina en Irak komen.Naast Nederlands en Arabisch spreek ik Engels en Frans.”
Hoe gaat een inhouse tolk te werk?
“Ik hoef niet persoonlijk bij het gesprek te zijn. Ik word ingebeld door het ziekenhuis of andere zorginstelling en via de luidspreker zit ik tussen de Nederlandse hulpverlener en de patiënt in. Zo’n gesprek kan in feite direct als nodig geregeld worden omdat er bij onze organisatie tussen 9 en 4 altijd verschillende inhouse tolken aanwezig zijn. Het gesprek hoeft geen uren te duren. Soms kan het tolken voor 5 á 10 minuten al heel verhelderend zijn.”
Veel asielzoekers en andere mensen van buitenlandse afkomst spreken weliswaar geen Nederlands maar kunnen zich redelijk met Engels redden.
“Ik zou het niet eens in het Engels proberen omdat het nooit duidelijk is hoe goed de ander het Engels verstaat en, nog belangrijker, of de ander de moeilijke medische termen ook echt begrijpt. Het komt ook voor dat mensen geen enkele andere taal dan hun moederstaal spreken. Een tijdje terug werd mijn hulp ingeroepen bij een oude man. De man sprak geen woord Engels. Zijn Arabisch was ook nog eens dialect en bovendien was hij analfabeet. De man had al een paar keer een hartoperatie gehad en moest nu weer geopereerd worden. Ik heb toen gefungeerd als tolk tussen de huisarts en de man. Zo’n man krijgt dan niet alleen in zijn eigen taal de diagnose te horen maar voelt zich tevens serieus genomen. Ook dat laatste vind ik mooi. Mijn werk reikt verder dan alleen communicatie die uit medisch oogpunt belangrijk is. Het heeft ook een psychologisch effect op de patiënt. De patiënt voelt zich namelijk letterlijk gehoord.”